Home | Statuten

Statuten

Statuten
Amicale Grand Banks West-Europe

Naam en zetel

Artikel 1
De vereniging draagt de naam: Amicale Grand Banks West-Europe. Zij heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam.

Doel

Artikel 2

  1. De vereniging heeft ten doel de versteviging en verbetering van de vriendschappelijke relaties tussen de eigenaren van een Grand Banks schip, door middel van het bevorderen van het sociale verkeer onder haar leden.
  2. De vereniging tracht dit doel te bereiken langs wettige weg en wel onder meer door: het organiseren van evenementen voor haar leden; het houden van bijeenkomsten gericht op het verstrekken van informatie, het aankweken van kennis en sportiviteit op het gebied van de watersport; het organiseren van activiteiten, zoals een jaarlijks lentediner, uitstapjes, weekends en barbecues. Dit alles in de ruimste zin des woords zonder dat de vereniging één en ander bedrijfsmatig gaat verrichten.

Boekjaar

Artikel 3
Het verenigingsjaar, hierna ook te noemen: het boekjaar, valt samen met het kalenderjaar.

Lidmaatschap, kwaliteiteis

Artikel 4

  1. De vereniging telt gewone leden, ereleden, leden van verdienste, steunende leden en begunstigers (bv.sponsors). Waar in deze statuten wordt gesproken van leden of lid wordt/worden daaronder verstaan de gewone leden, tenzij het tegendeel blijkt.
  2. Leden zijn zij, die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het in artikel 5 bepaalde.
  3. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging of in het kader van de doelstelling van de vereniging, door de algemene vergadering daartoe zijn benoemd. Ereleden behoeven geen eigenaar te zijn van een Grand Banks schip.
  4. Leden van verdienste zijn zij die zich langdurig en op een bijzondere wijze in dienst gesteld hebben van de vereniging en worden als zodanig benoemd door het bestuur.
  5. Begunstigers zijn zij, die de vereniging financieel steunen en deswege als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
  6. Steunend lid kan men worden indien men een Grand Banks heeft gehad of indien men een speciale relatie met de vereniging heeft.

 

Artikel 5

  1. Slechts natuurlijke personen dan wel rechtspersonen die eigenaar zijn van een Grand Banks schip kunnen lid van de vereniging zijn.
  2. Als lid of steunend lid kan men worden toegelaten nadat men schriftelijk een verzoek dienaangaande bij het bestuur heeft ingediend. Het bestuur beslist over de toelating. Bij niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog bij twee/derde meerderheid tot toelating besluiten.
  3. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd.
  4. Begunstiger kan men worden door schriftelijke aanmelding bij het bestuur, dat over de toelating beslist.
  5. Het lidmaatschap is persoonlijk en mitsdien niet overdraagbaar noch vatbaar om door erfopvolging te worden verkregen.

 

Artikel 6

Het bestuur is bevoegd een lid te schorsen voor een periode van ten hoogste een 1 jaar, ingeval het lid bij herhaling in strijd handelt met zijn lidmaatschapsverplichtingen of door handelingen of gedragingen het belang van de vereniging in ernstige mate heeft geschaad. Gedurende de periode, dat een lid is geschorst, kunnen de aan het lidmaatschap verbonden rechten niet worden uitgeoefend.

 

Artikel 7

  1. Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden van het lid; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar. Zij geschiedt door een schriftelijke kennisgeving, welke voor de eerste december in het bezit van de secretaris moet zijn. Deze streeft ernaar de ontvangst binnen acht dagen schriftelijk te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende verenigingsjaar, tenzij het bestuur anders besluit of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  3. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging kan tegen het einde van het lopende verenigingsjaar geschieden door het bestuur met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste vier weken, wanneer het lid, na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand, op de eerste december niet ten volle aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten door de statuten voor het lidmaatschap gesteld. De opzegging door het bestuur kan onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van reden(en).
  4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het bestuur, dat het betrokken lid ten spoedigste van het besluit, met opgave van redenen, in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd, binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving schriftelijk in beroep te gaan bij de eerstvolgende algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit van de algemene vergadering tot ontzetting zal moeten worden genomen met tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
  5. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar, ongeacht de reden of oorzaak, eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel door het lid verschuldigd, tenzij het bestuur anders besluit.
  6. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin van artikel 36 lid 3 van het Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek kan een lid zich door opzegging van zijn lidmaatschap niet onttrekken aan een besluit krachtens hetwelk de verplichting van geldelijke aard van de leden wordt verzwaard, behoudens uiteraard het in lid 2 van dit artikel bepaalde.

Geldmiddelen

Artikel 8

  1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: contributies van de leden; financiële bijdragen van de begunstigers/sponsors; entreegelden; inschrijfgelden van evenementen; eventuele verkrijgingen ingevolge erfstellingen, legaten en schenkingen; en eventuele andere toevallige baten.
  2. Ieder lid betaalt een contributie, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene vergadering tijdens de jaarvergadering wordt vastgesteld op voorstel van het bestuur.
  3. Nieuwe leden betalen een entreegeld, waarvan het bedrag wordt vastgesteld door het bestuur.
  4. Ereleden kunnen door het bestuur worden vrijgesteld van de verplichting tot het betalen van contributie

Bestuur

Artikel 9

  1. Het bestuur bestaat uit maximaal negen personen.
  2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit de leden van de vereniging benoemd. Het bestuur wijst uit zijn midden een vicevoorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. De voorzitter wordt steeds als zodanig door de algemene vergadering benoemd.
  3. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen of ontslaan indien zij daartoe termen aanwezig acht. Voor een besluit daartoe is een meerderheid vereist van tenminste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
  4. De bestuurders zijn bevoegd te allen tijde zelf hun ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van tenminste drie maanden.
  5. Bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen één keer worden herbenoemd.

 

Artikel 10

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Alle bestuurders gezamenlijk alsmede twee bestuursleden gezamenlijk zijn bevoegd de vereniging te vertegenwoordigen.
  2. Het bestuur alsmede de gezamenlijk handelende bestuursleden kunnen zich ter zake van hun vertegenwoordigheidsbevoegdheid als in lid 1 bedoeld door een schriftelijk gevolmachtigde doen vertegenwoordigen, met dien verstande, dat indien de penningmeester wordt gemachtigd over bank – en girosaldi, zulks slechts mogelijk is binnen in de volmacht nauwkeurig omschreven grenzen.
  3. Voor het aangaan van geldleningen, alsmede voor het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van onroerende goederen, voor overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur de goedkeuring van de algemene vergadering.

Algemene vergaderingen

Artikel 11

  1. Binnen 5 maanden na afloop van elk boekjaar wordt een algemene vergadering (jaarvergadering) gehouden. Het bestuur brengt in deze vergadering zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.
  2. De algemene vergadering benoemt jaarlijks, doch uiterlijk dertig dagen voor de jaarvergadering, een commissie van tenminste twee leden, die geen deel uit mogen maken van het bestuur, tot onderzoek van de rekening en verantwoording over het lopende casu-quo laatst verstreken boekjaar ofwel door penningmeester gepresenteerd financieel jaarverslag. De commissie brengt ter jaarvergadering verslag uit van haar bevindingen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan.
  3. Het bestuur is verplicht aan deze commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden der vereniging te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
  4. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de rekening en verantwoording strekt het bestuur niet automatisch tot decharge. Tot een dergelijke decharge zal afzonderlijk worden besloten door de algemene ledenvergadering.
  5. Indien de goedkeuring van de rekening en verantwoording wordt geweigerd, benoemt de algemene vergadering een andere commissie, bestaande uit tenminste drie leden, welke een nieuw onderzoek doet van de rekening en verantwoording. Deze commissie heeft dezelfde bevoegdheden als de eerder benoemde commissie. Binnen een maand na de benoeming brengt zij aan de algemene vergadering verslag uit van haar bevindingen. Wordt ook dan de goedkeuring geweigerd dan neemt de algemene vergadering al die maatregelen welke door haar in het belang van de vereniging nodig geacht worden.
  6. Indien in deze statuten sprake is van “schriftelijke mededelingen/uitnodigingen etcetera”, dan kan dit ook via E-mail geschieden of gedeponeerd zijn op website van de vereniging.

 

Artikel 12

  1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, met inachtneming van een termijn van acht dagen. De bijeenroeping geschiedt door een aan alle leden te zenden schriftelijke mededeling of E-mail.
  2. Behalve de in artikel 11 bedoelde jaarvergadering zullen algemene vergaderingen gehouden worden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk acht, alsmede zo dikwijls zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering, indien daarin alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd zijn.
  3. Na ontvangst van een verzoek als in lid 2 bedoeld is het bestuur verplicht tot bijeenroeping ener algemene vergadering op een termijn van niet langer dan 4 weken. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen, geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping over kunnen gaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergaderingen bijeenroept.

 

Artikel 13

  1. Alle leden, ereleden,steunende leden en begunstigers – zie artikel 4 lid 1 – hebben toegang tot de algemene vergadering. Leden en ereleden hebben daar ieder een stem. Ieder lid en erelid is bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid.
  2. Een lid heeft geen stemrecht over zaken, die hem, zijn echtgenoot of één van zijn bloed – of aanverwanten in de rechte lijn betreffen.
  3. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt tijdens de eerstvolgende algemene vergadering.
  4. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter.
  5. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij stemming over personen is hij gekozen, die de volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen wordt een tweede stemming gehouden tussen de personen, die het grootste aantal der uitgebrachte stemmen hebben verkregen en is hij gekozen, die bij de tweede stemming de meerderheid der uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. Onder stemmen worden in dit artikel verstaan geldig uitgebrachte stemmen, zodat niet in aanmerking komen blanco en met de naam van het stemmend lid ondertekende stemmen.
  6. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag der stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

 

Artikel 14

  1. De voorzitter van het bestuur leidt de vergaderingen. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal één der andere bestuursleden als leider der vergadering optreden.
  2. Van het ter algemene vergadering verhandelde worden door de secretaris of een door de voorzitter aangewezen lid der vereniging notulen gehouden.

Statutenwijziging

Artikel 15

  1. Wijziging van de statuten kan slechts plaatshebben na een besluit van de algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet tenminste veertien dagen bedragen.
  2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag der vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging(en) is (zijn) opgenomen, op een daartoe geschikte plaats/website voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering werd gehouden.
  3. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten door de algemene vergadering waar tenminste de helft van het totaal aantal leden der vereniging aanwezig of vertegenwoordigd is, met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
  4. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot statutenwijziging worden besloten op een volgende, ten minste acht dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste te houden vergadering, met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.

 

Artikel 16
Het in artikel 15 bepaalde is niet van toepassing indien ter algemene vergadering drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met tenminste twee/derde van de stemmen wordt genomen.

 

Artikel 17

  1. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële acte is opgemaakt.
  2. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van de kamer van koophandel en fabrieken binnen welker gebied de vereniging haar woonplaats (zetel) heeft.

 

Artikel 18
Een bepaling dezer statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van één of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperkingen.

Ontbinding en vereffening

Artikel 19

  1. Behoudens het bepaalde in artikel 19 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt de vereniging ontbonden door een besluit daartoe van de algemene vergadering genomen met tenminste twee/derde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin tenminste drie/vierde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  2. Bij gebreke van het quorum kan ongeacht het aantal ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden tot ontbinding worden besloten op een volgende tenminste acht dagen doch uiterlijk dertig dagen na de eerste te houden vergadering, met een meerderheid van tenminste twee/derde van het aantal uitgebrachte stemmen.
  3. Bij de oproeping tot de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde vergadering moet worden medegedeeld dat ter vergadering zal worden voorgesteld de vereniging te ontbinden. De termijn voor oproeping tot zodanige vergadering moet tenminste dertig dagen bedragen.
  4. De vereffening geschiedt door het bestuur.
  5. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel der vereniging overeenstemmen.
  6. Na de ontbinding blijft de vereniging voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten en reglementen voor zover mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de vereniging uitgaan, moeten aan haar naam worde toegevoegd de woorden: “in liquidatie”.

Huishoudelijk reglement

Artikel 20

  1. De algemene vergadering kan bij huishoudelijk reglement nadere regels geven omtrent het lidmaatschap, de introductie, het bedrag der contributies en entreegelden, de werkzaamheden van het bestuur, de vergaderingen, de wijze van uitoefening van het stemrecht, het beheer en het gebruik van het (on)roerend goed van de vereniging en alle verdere onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
  2. Wijziging van het huishoudelijk reglement kan geschieden bij besluit van de algemene vergadering indien dit schriftelijk wordt verzocht door tenminste één/derde gedeelte van de leden van de vereniging.
  3. Het huishoudelijk reglement zal geen bepalingen mogen bevatten die afwijken of in strijd zijn met de bepalingen van de wet of van de statuten, tenzij de afwijking door de wet of de wet wordt toegestaan.